vrijdag 6 december 2013

Wil van Koppen 1951 -2013







Heel, heel lang geleden, toen de dieren nog spreken konden, woonde er eens een lieve vrouw in een piepklein huisje aan de rand van een dorp.

De vrouw was groot en had dik grijs haar. Ze was eerlijk en bezat de onschuld van een kind.

Iedere week ging de vrouw naar de kerk. Daar zong zij de sterren van de hemel voor God en voor alle mensen die naar de kerk kwamen.

Kinderen waren dol op haar omdat er een warm licht van haar af straalde. De vrouw nam de kinderen die bij haar kwamen op schoot, zong met ze, speelde met ze en las ze voor, uren achter elkaar.

Vier kinderen waren in het bijzonder op haar gesteld. En ZIJ hadden ook een speciaal plekje in HAAR hart. Over die kinderen ontfermde zij zich als een tweede moeder. Ze verschoonde hun luiers, deed ze in bad, gaf ze te eten, vierde hun verjaardagen en kerstmis met ze.

Toen de vier kinderen groot werden, bleef de vrouw hun levens verlichten met haar warme liefde. Ze was trots op alles wat de kinderen in hun leven bereikten en vertelde dat aan iedereen die het maar horen wilde. Een van die kinderen kreeg zelf ook weer een kind. De vrouw kon haar geluk niet op met het meisje: een prinsesje met blonde krullen en grote blauwe ogen.

Maar op een dag gebeurde er iets afschuwelijks. Een vreselijke pijn nam bezit van haar lichaam en begon het warme licht dat zij uitstraalde langzaam uit te doven.


Het verhaal over het leven van de vrouw begon als een sprookje, maar eindigde niet zo.

Er is geen prins op een witte olifant gekomen die het warme licht weer aan kon wakkeren. Het licht is gedoofd en zal hier nooit meer ontstoken worden.

***

Lieve tante, jij en ik geloven dat de dood niet het einde is. Je hebt toen je nog leefde al even de hemel gezien. Ik vertrouw erop dat je daar nu bent, bij je moeder, opgenomen in de eeuwige liefde van onze God.

Ik weet niet goed hoe het leven hier verder moet zonder jou. Maar jouw warme licht, dat voortaan vanuit de hemel straalt, zal mijn pad dat nu zo donker lijkt, blijven verlichten.


Lieve tante, rust zacht, en lang en gelukkig.

vrijdag 2 augustus 2013

Mary Frye

Dit gedicht is geschreven door Mary Freye. Ik vind het heel mooi en ook heel troostend. Vandaag dacht ik ineens...het is eigenlijk ook heel christelijk...Christus sterft, maar God verdwijnt daarmee niet uit onze waarneming, hij blijft bij ons in de gedaante van de heilige geest.


Do not stand at my grave and weep;
I am not there. I do not sleep.
I am a thousand winds that blow.
I am the diamond glints on snow.
I am the sunlight on ripened grain.
I am the gentle autumn rain.
When you awaken in the morning's hush
I am the swift uplifting rush
Of quiet birds in circled flight.
I am the soft stars that shine at night.
Do not stand at my grave and cry;
I am not there. I did not die

vrijdag 22 februari 2013

Een greep uit de realiteit

"Ik vind dat katholieken zich  moeten terug trekken uit de kerk."

"Ik ben twee jaar geleden katholiek gedoopt."

"Oh dus jij bent heel erg gelovig?" 

"Nee, ik geloof gewoon in God."

"Ha ha, ja, ik ken ook iemand die gelooft in God." 

"Maar...de bijbel daar staan dus heel rare verhalen in.."

"O"

"Neem nou Kain en Abel. Dat is toch heel onaardig van God dattie dan niet naar Kain omkijkt."

"Nee, daar gaat het precies om. Je moet jezelf niet vergelijken met de ander, je moet je zelf de goede keuzes maken of dat nou wel of geen (directe) beloning oplevert." 

"Hmmm...nou ja neem dan Noach...dat is toch heel raar van God dattie alle mensen verdrinkt omdat ze niet genoeg van hem houden. Lekkere God. En dan het nieuwe testament...."

 






vrijdag 15 februari 2013

Drie jaar



Al eerder gebruikt, maar daarom niet minder toepasselijk:

To live in this world you must be able to do three things:
to love what is mortal;
to hold it against your bones knowing your own life depends on it;
and, 
when the time comes to let it go, to let it go.
~Mary Oliver
Ik ben gewoon heel goed in punt 1 en 2 en heel, heel slecht in punt 3. Daar komt het eigenlijk kort gezegd op neer. 

zondag 6 januari 2013

Prediker 3: 1-8

Voor alles wat gebeurt is er een uur,
een tijd voor alles wat er is onder de hemel. 
2 Er is een tijd om te baren
en een tijd om te sterven,
een tijd om te planten
en een tijd om te rooien. 
3 Er is een tijd om te doden
en een tijd om te helen,
een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen. 
4 Er is een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen
en een tijd om te dansen. 
5 Er is een tijd om te ontvlammen
en een tijd om te verkillen,
een tijd om te omhelzen
en een tijd om af te weren. 
6 Er is een tijd om te zoeken
en een tijd om te verliezen,
een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te gooien. 
7 Er is een tijd om te scheuren
en een tijd om te herstellen,
een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken. 
8 Er is een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten.
Er is een tijd voor oorlog
en er is een tijd voor vrede.