Afgelopen week ben ik heel veel
op weg geweest: maandag naar Utrecht, dinsdag naar Utrecht, woensdag naar
Amsterdam, donderdag naar Nijmegen, vrijdag naar Utrecht en gisteren weer naar
Utrecht. Bij ieder van die reizen maak ik keuzes die de reis vormgeven: ga ik
met de auto of het openbaar vervoer? Ga ik met de fiets naar het station of met
de bus? Ga ik met de trein van acht uur of halfnegen? Neem ik iets te drinken
mee of niet? Luister ik naar muziek of lees ik een boek? Al die keuzes bepalen
hoe mijn reis, mijn weg naar Utrecht, Amsterdam of Nijmegen, er precies
uitziet.
U bent deze week, hoop ik van
harte voor u, niet letterlijk zo veel op weg geweest, maar ook u heeft deze
week een weg afgelegd. Misschien niet in de letterlijke betekenis van het woord,
maar zeker wel in de figuurlijke. U heeft op de weg van u leven keuzes gemaakt.
Dat zijn vaak simpele keuzes: Wat eet ik vanavond? Ga ik op bezoek bij de
buurvrouw? Welke krant lees ik? Bel ik mijn zus? Al die kleine keuzes bepalen
hoe de weg door uw eigen leven eruitziet.
De lezingen van vandaag gaan over die reis, over de weg die wij afleggen door het leven. De eerste lezing gaat letterlijke over de vorm van die weg. Is het een rechte lijn of is het een kronkelige pad? En als het een kronkelig pad is, hoe kan dat dan? De heer zegt: zou mijn weg niet recht zijn? Daarmee wordt bedoeld: Het is het pad van de mensen, die soms een verkeerde afslag nemen waardoor de weg af en toe een onverwachte bocht maakt. Je weg door het leven, staat daar eigenlijk, wordt gevormd door de keuzes die je maakt. De tweede lezing laat zien hoe Jezus zijn weg door het leven heeft vormgegeven: hij heeft zijn keuzes zonder uitzondering laten bepalen door God. Zijn weg is door God vormgegeven. In de evangelielezing horen we van Jezus zelf hoe we moeten omgaan met kruispunten op onze levensweg.
We kunnen onszelf dan twee vragen
stellen over onze reis door het leven: (i) waar gaan we naartoe? en (ii) Hoe
komen we daar?
Op de eerste vraag geeft Jezus
antwoord in de evangelielezing: wij zijn op weg naar het rijk van God. Ik vind
dat een moeilijk begrip, het rijk of het koninkrijk van God. We gebruiken het
vaak tijdens de mis, maar wat wordt daar nu mee bedoeld? Is dat de hemel waar
wij hopelijk terechtkomen na onze dood? Als dat zo is, dan zouden alle keuzes
die we maken tijdens ons leven bedoeld zijn om na onze dood in de hemel te
komen. Dat is misschien ook wel zo, maar dat is, volgens mij, niet het hele
verhaal. Ik denk dat er ook al een reisdoel is tijdens ons leven.
Dat wordt ook duidelijk als we de
eerst lezing nog eens goed bekijken: daar staat dat als goede mensen de verkeerde
afslag nemen, ze sterven en dat als slechte mensen een goede
afslag nemen, ze leven. Dat kan niet letterlijk leven en dood betekenen: mensen
gaan immers niet meteen dood als ze een verkeerde keuze maken en ze blijven ook
niet per se leven als ze goede keuzes maken. We weten allemaal uit ervaring dat
mensen die goede keuzes hebben gemaakt, niet per se blijven leven.
Wat wordt hier dan met leven
bedoeld? Leven betekent hier je geborgen
voelen in de liefde van de mensen om je heen en de liefde van God. Met dood
wordt hier bedoeld je afgesloten voelen
van de mensen om je heen en van God. Goede keuzes leiden dus tot liefde,
tot leven. Die liefde ervaren, dat is het rijk van God hier op aarde. In liefde
geborgen zijn, is het rijk van God dat wij tijdens ons leven kunnen bereiken.
Slechte keuzes leiden tot het afgesneden zijn van liefde, tot dood.
De twee vragen die wij eerder stelden
kunnen we nu beantwoorden. Waar gaan we naartoe? Naar een leven in de
geborgenheid van Gods liefde en elkaars liefde. Hoe komen we daar? Door iedere
keer die afslag te kiezen die ons dichter bij God, dichter bij die liefde
brengt.
Maar hoe maak je dan de goede
keuze? Hoe bepaal je of jouw keuze je dichter bij de liefde van God brengt of
niet? Dat is niet zo eenvoudig.
Er zijn wel voorbeelden die een
en ander misschien verduidelijken: de zonen waar we vandaag over lazen,
bijvoorbeeld. De ene zoon besluit wel voor zijn vader te kiezen, de ander niet.
De zoon die wel voor zijn vader
kiest (en op het land gaat werken), kiest voor de liefde. Als we ons in hem
verplaatsen, dan kunnen we ons de volgende gedachtes voorstellen: "Ik heb eigenlijk geen zin om te helpen, want
ik zit net lekker in de zon. Maar het is mijn vader. Hij heeft alles voor mij
gedaan. Hij laat mij nooit in de steek. Ik kan hem toch niet zelf laten
aanmodderen op zijn leeftijd. Weet je wat, ik ga hem toch maar even helpen. Dan
is hij eerder klaar en kunnen we straks samen uitrusten van het harde werk."
Dat is een keuze die uit liefde wordt gemaakt. Het is de liefde tussen vader en
zoon die ervoor zorgt dat de zoon deze beslissing neemt. Deze keuze geeft
leven. De gedachte van de andere zoon moeten zoiets geweest zijn: "Ik heb beloofd om mijn vader te helpen, maar
ik heb er helemaal geen zin in. Weet je wat, ik doe het niet. Hij doet het zelf
maar. Ik heb genoeg gedaan voor deze week. Hij vraagt maar een keer iemand
anders." Dat is een keuze die niet door liefde wordt geleid, maar door
zelfmedelijden of door egoïsme. Dat is een keuze die niet leidt tot leven.
De weg die Jezus neemt, is hier
natuurlijk het ultieme voorbeeld. Jezus laat iedere keer zijn keuzes bepalen
door de liefde voor God en voor de medemens. Zijn allerlaatste keuze waarin hij
er bewust voor kiest de wil van God te doen en te sterven aan het kruis,
is daarvan het ultieme voorbeeld. Zelfs met het uitzicht op onmenselijke
lichamelijke pijn kiest Jezus voor de liefde voor zijn Vader en de mensen. Zijn
kruisdood laat ons zien dat dood niet het einde betekent van leven in de liefde
van God en de mensen. Het koninkrijk van God, daarmee bedoelen we nu dus
geborgen zijn in de liefde van God en mensen, is er voor en na onze dood.
Gelukkig hoeven wij over het
algemeen niet zulke heldhaftige keuzes te maken. Maar wij kunnen Jezus wel als
voorbeeld nemen. Ook wij kunnen ons steeds afvragen of onze keuzes worden
bepaald door liefde voor God en de mensen of door andere motieven. Dat kan al
bij heel simpele keuzes: Nodigt u uw zus met d'r lange verhalen uit om op de
koffie te komen, alhoewel u eigenlijk liever rustig tv kijkt? Doet u
boodschapjes voor uw zieke buurvrouw, terwijl u eigenlijk moe bent?
Bij iedere keuze die we maken
kunnen we eventjes stil staan, ons plaatsen voor God die liefdevol naar ons
kijkt en vragen: wat moet ik doen?
Amen