dinsdag 20 mei 2008

Apen en taal en ethiek


Dit is Koko. Een vrouwtjesgorilla. Koko kent 6000 gebaren uit de Amerikaanse gebarentaal. Dit betekent dat Koko dus op een redelijk hoog niveau met ons kan communiceren. Betekent dit ook dat ze menselijke taal heeft? Waarschijnlijk niet, althans niet op het niveau van een moedertaalspreker.
Een belangrijke vraag is of menselijke taal substantieel verschillend is van dierlijke taal. Dit lijkt inderdaad het geval. Mensen en dieren gebruiken taal als communicatiemiddel. Het verschil tussen mensen en dieren is dat mensen taal daarnaast ook nog gebruiken om na te denken, poëzie te maken, gesprekken met jezelf te voeren en over taal te praten. De boodschappen die dieren kunnen overbrengen zijn beperkt. Ze kunnen aangeven dat er gevaar is, waar er eten te halen is en dergelijke, maar ze kunnen niet zeggen dat er gister gevaar was of morgen gevaar zal zijn.
Om te onderzoeken of dierentaal en mensentaal echt zo anders is, hebben mensen geprobeerd apen mensentaal te laten leren. Immers, als apen onze taal kunnen leren dan kan mensentaal niet zo heel erg anders zijn dan dierentaal. Koko komt een heel eind...maar ze komt niet helemaal waar mensen kinderen komen. Mensentaal lijkt dus toch best lastig voor dieren.
Wat kunnen we van Koko leren? Misschien is het wel zo dat Koko Amerikaanse gebarentaal verwerft zoals volwassenen een vreemde taal leren. Met veel oefening en geploeter. Je komt wel een heel eind, maar je komt er nooit helemaal. Koko verwerft geen Amerikaanse gebarentaal zoals mensenkinderen mensentaal verwerven: zonder er moeite voor te doen, zonder bewust bezig te zijn met leren, maar gewoon door blootgesteld te worden aan taal. Koko is dus niet dom, ze kan immers een taal leren zoals wij volwassenen dat ook kunnen en we weten allemaal hoeveel moeite dat kost. Koko mist alleen iets in haar hoofd: een aangeboren blauwdruk om taal te verwerven. Een blauwdruk waar alle mensenkinderen wel mee geboren worden.
Wat moet dan de conclusie uit het verhaal van Koko zijn? Mensen willen zo graag onderzoeken of ze anders zijn dan andere dieren dat ze zonder te blikken of te blozen het leven van Koko in dienst stellen van het leren van Amerikaanse gebarentaal. Is dat heel erg voor Koko? Ik weet het niet. Ze weet niet beter, ze wordt goed verzorgd, ze heeft zelfs huisdieren.
Wat het verhaal van Koko wel is, is wederom een bewijs van de arrogantie van de mens. Wij bepalen hoe het leven van Koko eruit moet zien, wat zij met haar leven moet doen, namelijk onze taal verwerven.

Geen opmerkingen: