Vorig jaar kwam in de ABC-cursus van de Kloosterkerk het verhaal van Kain en Abel (Genesis 4:1-26) aan bod. In het kort komt het verhaal hierop neer: Kain en Abel brengen beiden een offer aan God. Het offer dat Abel brengt aan God wordt wel door God gezien, terwijl Kain geen expliciete erkenning krijgt voor zijn offer. Kain is daar boos over en God vraagt waarom, aangezien Kain toch juist heeft gehandeld en de relatie tussen hem en God heeft bevestigd door het offer.
Interessant aan dit verhaal is dat Kain boos is omdat hij zijn relatie met God vergelijkt met die van zijn broer met God. Dit is een vergelijking die je volgens dit verhaal niet moet maken. Je kunt de waarde van jouw relatie met God niet bepalen op basis van een vergelijking met de relatie die iemand anders met God heeft.
Ik denk dat dit verhaal ons niet alleen iets leert over onze relatie met God, maar dat de les ook geldt voor onze relatie met "de ander": de relaties die we onderhouden met vrienden, familie of collega's. De waarde van een vriendschap kan alleen worden afgemeten aan de interactie tussen jou en de ander en niet aan de interactie die die ander onderhoudt met derden.
Wellicht is dit een open deur, maar soms is het goed om te zien dat er open deuren zijn denk ik dan maar... :-)
zondag 30 september 2007
zaterdag 29 september 2007
Duitsland
Verandering van omgeving doet leven...niets is minder waar.
Het was zo heerlijk om even in een andere omgeving te zijn. Het maakt je hoofd even leeg. Alle stress en ellende van het gewone leven laat je achter je als je in een andere omgeving bevindt.
Maar, als je weg bent geweest en je komt weer thuis, dan realizeer je je weer even hoe fijn het thuis is: die kleine spinnende poesjes, je eigen bedje, de geur van de kruidenthee die je altijd drinkt, het geroezemoes van de buren....
woensdag 26 september 2007
Volle maan
Gisteren, tijdens een bijeenkomst in de kloosterkerk, zei een wijze vrouw uit onze groep: vroeger voelde ik me nietig als ik in de duinen liep en naar de zee keek. Nu voel ik me opgenomen in het geheel. Dat gevoel, zei onze (al even wijze) dominee, het gevoel van verbondenheid, is een religieuze ervaring. Op die momenten leer je god kennen.
En vandaag is het volle maan. En ik voel me nu ook een klein beetje verbonden...
dinsdag 25 september 2007
Soestdijk
Het kopspijkerscabaret geeft heel treffend de sfeer weer zoals wij die een paar weken geleden hebben gevoeld in paleis Soestdijk met dit liedje. Hieronder de tekst:
(afkomstig van: http://variatee.vara.nl/kopspijkers/artikel.jsp?paginaID=57315&artikelID=57450)
Het huis staat er verlaten bij
De ramen zijn donker, het grote hek is dicht
Waar binnen tegen het stof een een groot wit laken
Over elk meubel ligt
Op 15 graden staat de thermostaat
Voor ’t geval dat het vriezen gaat
De wachthuisjes zijn onbemand
En in de stallen staat geen enkel paard
De anjers in hun vaas verdroogd
De buks hangt ongebruikt boven de haard
Een doosje van Chinese lak
Met opgedroogde pijptabak
House for Sale
Eigen grond met oprijlaan
House for Sale
Een tijdperk is voorbijgegaan
Waar ooit prinsjes, en prinsesjes
Gewoon kind’ren konden zijn
Staat er straks een luxe conferentieoord
Met golfterrein
Het klinkt er nog naar feestgedruis
Naar echtelijk gekibbel en een kindersnik
En onder de Rhodondenderons
Ligt er nog een oude krentenmik
Terwijl de wind over het landgoed waait
Wordt de laatste stop eruitgedraaid
House for Sale
Een paleis dat staat te koop
House for Sale
Wie redt het van de sloop
Waar de groten der aarde
hun respect hebben betuigd
Waar de bloem van ons geliefde koningshuis
Werd toegejuichd
House for Sale
Nooit meer statig defilé
House for Sale
Nooit meer burgers op de thee
In de olifantenkamer met sigaren en cognac
Zijn de olifantjes van vergeeld ivoor
Al ingepakt
House for Sale
Elke kamer een verhaal
House for Sale
Elk kopje, elke schaal
Draagt de afdruk van een vinger
Van een vorst of een vorstin
Van een staatshoofd, of minister president
Of een stiekeme vriendin
(afkomstig van: http://variatee.vara.nl/kopspijkers/artikel.jsp?paginaID=57315&artikelID=57450)
Het huis staat er verlaten bij
De ramen zijn donker, het grote hek is dicht
Waar binnen tegen het stof een een groot wit laken
Over elk meubel ligt
Op 15 graden staat de thermostaat
Voor ’t geval dat het vriezen gaat
De wachthuisjes zijn onbemand
En in de stallen staat geen enkel paard
De anjers in hun vaas verdroogd
De buks hangt ongebruikt boven de haard
Een doosje van Chinese lak
Met opgedroogde pijptabak
House for Sale
Eigen grond met oprijlaan
House for Sale
Een tijdperk is voorbijgegaan
Waar ooit prinsjes, en prinsesjes
Gewoon kind’ren konden zijn
Staat er straks een luxe conferentieoord
Met golfterrein
Het klinkt er nog naar feestgedruis
Naar echtelijk gekibbel en een kindersnik
En onder de Rhodondenderons
Ligt er nog een oude krentenmik
Terwijl de wind over het landgoed waait
Wordt de laatste stop eruitgedraaid
House for Sale
Een paleis dat staat te koop
House for Sale
Wie redt het van de sloop
Waar de groten der aarde
hun respect hebben betuigd
Waar de bloem van ons geliefde koningshuis
Werd toegejuichd
House for Sale
Nooit meer statig defilé
House for Sale
Nooit meer burgers op de thee
In de olifantenkamer met sigaren en cognac
Zijn de olifantjes van vergeeld ivoor
Al ingepakt
House for Sale
Elke kamer een verhaal
House for Sale
Elk kopje, elke schaal
Draagt de afdruk van een vinger
Van een vorst of een vorstin
Van een staatshoofd, of minister president
Of een stiekeme vriendin
maandag 24 september 2007
Koe, het vervolg
De koe was weg. Althans uit de sloot.
Misschien stond ze in het weiland, bij de andere koeien, zich helemaal niet meer bewust van het feit dat ze de hele vrijdagmiddag in een sloot had gelegen. Misschien is ze verdronken. Misschien heeft ze het opgegeven en is ze van uitputting gestorven. Misschien staat ze met een flinke verkoudheid op stal. Misschien hebben ze haar laten afmaken omdat ze te ziek was geworden.
We zullen het nooit weten.
Misschien stond ze in het weiland, bij de andere koeien, zich helemaal niet meer bewust van het feit dat ze de hele vrijdagmiddag in een sloot had gelegen. Misschien is ze verdronken. Misschien heeft ze het opgegeven en is ze van uitputting gestorven. Misschien staat ze met een flinke verkoudheid op stal. Misschien hebben ze haar laten afmaken omdat ze te ziek was geworden.
We zullen het nooit weten.
zondag 23 september 2007
zaterdag 22 september 2007
Smile, deel 2
Naar aanleiding van de kaart/blog van gisteren zit al de hele tijd dit couplet van het het thema de film la vita e bella (door Noa) in mijn hoofd:
Smile, without a reason why
Love, as if you were a child
Smile, no matter what they tell you
Don't listen to a word they say
'Cause life is beautiful that way
vrijdag 21 september 2007
Smile
Dingen die mij laten glimlachen:
- kaarten van lieve vrienden, zomaar, om je even te laten weten dat ze van je houden
- telefoontjes van je ouders die als afscheid zeggen: "dag wijffie tot zondag"
- poesjes die beginnen te spinnen zodra je ze aanraakt
- dat ik mijn bijna 2 meter lange, 30-jaar oude broer nog steeds "mijn broertje" noem
donderdag 20 september 2007
Koe
Vandaag zat ik in de trein een beetje uit het raam te kijken. En ik zie waar ik al jaren voor vrees: een koe in de sloot. Althans niet helemaal in de sloot, maar ook duidelijk niet helemaal op de kant.
En dan...dan Niets. Dat was ook precies waar ik al die jaren al bang voor was. Je kunt daar helemaal NIETS aan doen.
Het stemmetje in mijn hoofd zet een monoloog op om mij te beschermen tegen onbezonnen acties als aan de noodrem trekken: misschien lag de koe wel helemaal niet in de sloot...waarschijnlijk lag de koe niet in de sloot en ALS die koe al in de sloot ligt dan komt zo vast de boer om die koe eruit te halen. Je kunt je niet alles aantrekken. Dit is buiten jouw macht.
Enfin, die koe spookt de hele verdere middag door mijn hoofd. En op de terugweg kijk ik precies op het goede moment uit de trein om te ontdekken dat er nog niets is veranderd aan de situatie van de koe.
Het stemmetje begint weer te praten, dit keer in de verwijtende sfeer: Je kunt dat beestje toch niet zo achterlaten. Dalijk wordt het donker en dan? Het is ook zo koud.
Dus ik bel, na een interne strijd waarin ik allerlei realistische en minder realistische mogelijkheden overweeg, uiteindelijk de politie. Ik leg de situatie uit: ik zit in de trein en tussen stad A en stad C ligt ter linkerzijde van het spoor (als je van A naar C reist), om precies te zijn vlak voor stad B, een koe in de sloot.
En dan gebeurt er iets wat ik al vaker heb gemerkt in dit soort situaties. De officiele hulpverlener (want wie bel je anders in dit soort situaties dan de politie) raakt geirriteerd en vraagt enigszins cynisch: welke sloot is dat precies? Deze totaal krankzinnige vraag impliceert: ik heb helemaal geen zin om dit gezeik op te lossen. Mensen moeten maar op hun eigen koeien letten. Het was niet mijn probleem en dat had het ook nooit hoeven worden als mevrouw de dierenfanaat niet zo nodig moest bellen want nu weet ik het ook en heb ik soort van een morele verplichting om dit probleem op te lossen of toch iig met me mee te dragen.
Goed, ze ging kijken wat ze eraan kon doen...ja ja...
Waarschijnlijk blijf het stemmetje me de komende tijd eraan herinneren wat ik ook had kunnen doen: op een tussenliggend station uitstappen en dan op de een of andere manier achterhalen welke sloot precies, van welke boer, zodat ik dan de boer had kunnen inlichten etc. etc. Het stemmetje zegt: Iemand die echt om dieren geeft had dat wel gedaan. Ik heb dat niet gedaan en ik voel me nu een slecht mens. En aan dat zelfbeklag heeft die koe natuurlijk ook helemaal niets...
En dan...dan Niets. Dat was ook precies waar ik al die jaren al bang voor was. Je kunt daar helemaal NIETS aan doen.
Het stemmetje in mijn hoofd zet een monoloog op om mij te beschermen tegen onbezonnen acties als aan de noodrem trekken: misschien lag de koe wel helemaal niet in de sloot...waarschijnlijk lag de koe niet in de sloot en ALS die koe al in de sloot ligt dan komt zo vast de boer om die koe eruit te halen. Je kunt je niet alles aantrekken. Dit is buiten jouw macht.
Enfin, die koe spookt de hele verdere middag door mijn hoofd. En op de terugweg kijk ik precies op het goede moment uit de trein om te ontdekken dat er nog niets is veranderd aan de situatie van de koe.
Het stemmetje begint weer te praten, dit keer in de verwijtende sfeer: Je kunt dat beestje toch niet zo achterlaten. Dalijk wordt het donker en dan? Het is ook zo koud.
Dus ik bel, na een interne strijd waarin ik allerlei realistische en minder realistische mogelijkheden overweeg, uiteindelijk de politie. Ik leg de situatie uit: ik zit in de trein en tussen stad A en stad C ligt ter linkerzijde van het spoor (als je van A naar C reist), om precies te zijn vlak voor stad B, een koe in de sloot.
En dan gebeurt er iets wat ik al vaker heb gemerkt in dit soort situaties. De officiele hulpverlener (want wie bel je anders in dit soort situaties dan de politie) raakt geirriteerd en vraagt enigszins cynisch: welke sloot is dat precies? Deze totaal krankzinnige vraag impliceert: ik heb helemaal geen zin om dit gezeik op te lossen. Mensen moeten maar op hun eigen koeien letten. Het was niet mijn probleem en dat had het ook nooit hoeven worden als mevrouw de dierenfanaat niet zo nodig moest bellen want nu weet ik het ook en heb ik soort van een morele verplichting om dit probleem op te lossen of toch iig met me mee te dragen.
Goed, ze ging kijken wat ze eraan kon doen...ja ja...
Waarschijnlijk blijf het stemmetje me de komende tijd eraan herinneren wat ik ook had kunnen doen: op een tussenliggend station uitstappen en dan op de een of andere manier achterhalen welke sloot precies, van welke boer, zodat ik dan de boer had kunnen inlichten etc. etc. Het stemmetje zegt: Iemand die echt om dieren geeft had dat wel gedaan. Ik heb dat niet gedaan en ik voel me nu een slecht mens. En aan dat zelfbeklag heeft die koe natuurlijk ook helemaal niets...
woensdag 19 september 2007
dinsdag 18 september 2007
Heimwee
Egidius waer bestu bleven?
Mi lanct naar di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.*
Ik word overvallen door een plotseling opwellende en overweldigende heimwee, naar haar. Het is goed zo. Ik voel je dichtbij me. Maar soms, ineens, wou ik dat ik je vast kon houden.
* Uit: Gerrit Komrij (1996), In liefde bloeyende, de Nederlandse poëzie van de twaalfde tot en met de twintigste eeuw in 10 gedichten. Uitgeverij Bert Bakker. Pagina. 11.
maandag 17 september 2007
zondag 16 september 2007
De eerste dag
Genesis 1:3-5: God zei: 'er moet licht komen' en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag. (Deze bijbeltekst is ontleend aan De Nieuwe bijbelvertaling, copyright Nederlands bijbelgenootschap 2004)
Als je dit stuk tekst goed leest dan kun je een boek volschrijven over alle zinswendingen en opvallende passages. Ik zal me beperken tot wat voor mij de kern is van deze passage op dit moment in mijn leven.
"hij scheidde het licht van de duisternis"
Licht en duisternis waren voor de scheiding één. Ze hebben dezelfde oorsprong, maar zijn tegengestelde krachten. Dit idee kan ik in veel aspecten van mijn leven toepassen. Het duidelijkste geval is wellicht leven en dood, in ieder geval voor mij. Mensen of dieren die je bij leven zoveel vreugde geven en dus het licht zijn in je leven, hullen je leven in duisternis op het moment dat zij sterven. De oorsprong van het licht en de duisternis, van geluk en pijn, van vreugde en wanhoop, zijn echter dezelfde: de liefde voor die bepaalde persoon.
Dit impliceert ook dat verdriet/rouw/pijn niet slecht zijn. Het is niets meer en niets minder dan de keerzijde van geluk en vreugde. Ze kunnen alleen maar bestaan bij de gratie van dezelfde oorsprong.
Het boek Genesis dateert van ver voor voor Christus. Toch is het direct toepasbaar op mijn leven, vanwege de universele wijsheid die het in zich draagt. Dit is één van de redenen dat ik word ontroerd door de bijbel: het is een boek dat eeuwen geleden door mensen is geschreven die ook hun diepste gevoelens voor elkaar, voor zichzelf en voor god vorm wilde geven. De vorm die ze kozen, namelijk prachtige verhalen zoals genesis 1-2:4, is voor ons nog steeds van grote waarde.
Als je dit stuk tekst goed leest dan kun je een boek volschrijven over alle zinswendingen en opvallende passages. Ik zal me beperken tot wat voor mij de kern is van deze passage op dit moment in mijn leven.
"hij scheidde het licht van de duisternis"
Licht en duisternis waren voor de scheiding één. Ze hebben dezelfde oorsprong, maar zijn tegengestelde krachten. Dit idee kan ik in veel aspecten van mijn leven toepassen. Het duidelijkste geval is wellicht leven en dood, in ieder geval voor mij. Mensen of dieren die je bij leven zoveel vreugde geven en dus het licht zijn in je leven, hullen je leven in duisternis op het moment dat zij sterven. De oorsprong van het licht en de duisternis, van geluk en pijn, van vreugde en wanhoop, zijn echter dezelfde: de liefde voor die bepaalde persoon.
Dit impliceert ook dat verdriet/rouw/pijn niet slecht zijn. Het is niets meer en niets minder dan de keerzijde van geluk en vreugde. Ze kunnen alleen maar bestaan bij de gratie van dezelfde oorsprong.
Het boek Genesis dateert van ver voor voor Christus. Toch is het direct toepasbaar op mijn leven, vanwege de universele wijsheid die het in zich draagt. Dit is één van de redenen dat ik word ontroerd door de bijbel: het is een boek dat eeuwen geleden door mensen is geschreven die ook hun diepste gevoelens voor elkaar, voor zichzelf en voor god vorm wilde geven. De vorm die ze kozen, namelijk prachtige verhalen zoals genesis 1-2:4, is voor ons nog steeds van grote waarde.
zaterdag 15 september 2007
Soestdijk
Vorige week hebben we paleis Soestdijk bezocht. Ik kan het iedereen aanraden, al was het maar voor de prachtige tuin. Tot 2004 werd dit paleis bewoond door prinses Juliana en prins Bernard. Ze hebben er, de onderbreking van de oorlog niet meegerekend, bijna 40 jaar gewoond.
Ik had altijd het beeld van grandeur als ik dacht aan paleis Soestdijk, mooie zalen, dure stoffen, kristallen glazen, iedere dag verse bloemen, lakeien en bediendes. En dat beeld klopt ook. Soestdijk kent prachtige zalen met groteske schilderijen, prachtige beelden, meubelen, een zwembad en een werkelijk adembenemende tuin.
Maar, het belangrijke inzicht van het bezoek aan het paleis was dat er gewoon een gezin heeft gewoond, met kinderen en huisdieren. In de privé-eetkamer van Juliana en Bernard hangt een foto van hoe het er aan tafel aan toe ging. Gewoon net als overal: een handdoek onder de stoel zodat de jongste dochter niet op het kleed knoeide, een hondje dat aan tafel bedelt. Later woonden er een opa en een oma, bij wie de kleinkinderen kwamen logeren. Ik stel me voor dat op de werkkamers van Juliana en Bernard ook tekeningen hingen die de (klein)kinderen voor ze hadden gemaakt. En natuurlijk is de setting anders dan bij "de gewone burger" thuis, maar uiteindelijk maakt dat niet uit en gaat het bij iedereen om hetzelfde, de "kleine momenten van geluk".
Ik had altijd het beeld van grandeur als ik dacht aan paleis Soestdijk, mooie zalen, dure stoffen, kristallen glazen, iedere dag verse bloemen, lakeien en bediendes. En dat beeld klopt ook. Soestdijk kent prachtige zalen met groteske schilderijen, prachtige beelden, meubelen, een zwembad en een werkelijk adembenemende tuin.
Maar, het belangrijke inzicht van het bezoek aan het paleis was dat er gewoon een gezin heeft gewoond, met kinderen en huisdieren. In de privé-eetkamer van Juliana en Bernard hangt een foto van hoe het er aan tafel aan toe ging. Gewoon net als overal: een handdoek onder de stoel zodat de jongste dochter niet op het kleed knoeide, een hondje dat aan tafel bedelt. Later woonden er een opa en een oma, bij wie de kleinkinderen kwamen logeren. Ik stel me voor dat op de werkkamers van Juliana en Bernard ook tekeningen hingen die de (klein)kinderen voor ze hadden gemaakt. En natuurlijk is de setting anders dan bij "de gewone burger" thuis, maar uiteindelijk maakt dat niet uit en gaat het bij iedereen om hetzelfde, de "kleine momenten van geluk".
donderdag 13 september 2007
Ochtend
woensdag 12 september 2007
Zeepbel
Een van de mooie dingen van mijn werk zijn de "zeepbel"-momenten. Ik kan (en word zelfs geacht) me uren bezig te houden met vraagstukken die de maatschappij volkomen onberoerd laten.
Op dit moment houd ik mij, bijvoorbeeld, bezig met zogenaamde bezitsrelatieconstructies: zijn auto. Er is een bezitter zijn die iets bezit, namelijk een auto. Nu kan het bezit worden weggelaten (niet worden uitgesproken), je kunt immers zeggen de zijne. In de juiste context weten we dan dat het hier gaat om een auto, terwijl het woord auto niet wordt gebruikt. Deze laatste constructie noemen we elliptisch.
Wat valt ons op aan deze constructies. Ten eerste, het bezittelijk voornaamwoord heeft niet dezelfde vorm in deze twee constructies. In het ene geval is het zijn in het andere geval zijne. Verder valt op dat alleen in de elliptische constructie er een lidwoord de verschijnt. Je kunt immers wel zeggen de zijne, maar niet de zijn auto.
Als we nu gaan kijken naar dialecten van het Nederlands, een belangrijk onderdeel van mijn werk, dan zien we allerlei intrigerende variatie optreden. Zo wordt in veel noordelijke dialecten het lidwoord weggelaten in de elliptische constructie. Je zegt dan in de niet-elliptische constructie mien auto en in de elliptische constructie mienen. Nog intrigerender: in een subset van deze noordelijke dialecten zeg je mien auto in de niet-elliptische constructie en mienende in de elliptische.
Wat heeft het allemaal voor nut om dit uit te zoeken? Wel, het onderzoek naar het systeem achter deze intrigerende feiten ( :-) ) geeft ons dit een heel klein venstertje op hoe taal in ons hoofd ligt opgeslagen. Uiteindelijk brengt dit onderzoek ons dus een beetje dichter bij het begrip van hoe de menselijke cognitie werkt.
Op dit moment houd ik mij, bijvoorbeeld, bezig met zogenaamde bezitsrelatieconstructies: zijn auto. Er is een bezitter zijn die iets bezit, namelijk een auto. Nu kan het bezit worden weggelaten (niet worden uitgesproken), je kunt immers zeggen de zijne. In de juiste context weten we dan dat het hier gaat om een auto, terwijl het woord auto niet wordt gebruikt. Deze laatste constructie noemen we elliptisch.
Wat valt ons op aan deze constructies. Ten eerste, het bezittelijk voornaamwoord heeft niet dezelfde vorm in deze twee constructies. In het ene geval is het zijn in het andere geval zijne. Verder valt op dat alleen in de elliptische constructie er een lidwoord de verschijnt. Je kunt immers wel zeggen de zijne, maar niet de zijn auto.
Als we nu gaan kijken naar dialecten van het Nederlands, een belangrijk onderdeel van mijn werk, dan zien we allerlei intrigerende variatie optreden. Zo wordt in veel noordelijke dialecten het lidwoord weggelaten in de elliptische constructie. Je zegt dan in de niet-elliptische constructie mien auto en in de elliptische constructie mienen. Nog intrigerender: in een subset van deze noordelijke dialecten zeg je mien auto in de niet-elliptische constructie en mienende in de elliptische.
Wat heeft het allemaal voor nut om dit uit te zoeken? Wel, het onderzoek naar het systeem achter deze intrigerende feiten ( :-) ) geeft ons dit een heel klein venstertje op hoe taal in ons hoofd ligt opgeslagen. Uiteindelijk brengt dit onderzoek ons dus een beetje dichter bij het begrip van hoe de menselijke cognitie werkt.
dinsdag 11 september 2007
Huisdieren
Mijn twee katten, Freia en Saga, nemen een belangrijke plaats in in mijn leven. Als er iets met hun gebeurt, dan resoneert dat in de rest van mijn leven. De dood van onze hond, Britt, vorig jaar, brengt me tot op de dag van vandaag tot tranen...
Ik voel vaak de noodzaak om dat uit te leggen, om me te verdedigen. Ik hoor mezelf dan dingen zeggen als: "het is misschien gek", "ik weet dat niet iedereen dit zo ziet, maar..." of grenzend aan verraad "het is natuurlijk maar een hond/kat, maar...'. Ik vraag me af hoe erg of hoe gek het nou eigenlijk is om huisdieren een belangrijke plek in je leven in te laten nemen. Ik weet dat veel van mijn vrienden en familie op dezelfde manier kijken naar hun huisdieren. Waarom voel ik dan toch de noodzaak om het onbelangrijker te maken dan het voor mij is? Is het daadwerkelijk niet maatschappelijk geaccepteerd of zit dat alleen in mijn hoofd?
Ik voel vaak de noodzaak om dat uit te leggen, om me te verdedigen. Ik hoor mezelf dan dingen zeggen als: "het is misschien gek", "ik weet dat niet iedereen dit zo ziet, maar..." of grenzend aan verraad "het is natuurlijk maar een hond/kat, maar...'. Ik vraag me af hoe erg of hoe gek het nou eigenlijk is om huisdieren een belangrijke plek in je leven in te laten nemen. Ik weet dat veel van mijn vrienden en familie op dezelfde manier kijken naar hun huisdieren. Waarom voel ik dan toch de noodzaak om het onbelangrijker te maken dan het voor mij is? Is het daadwerkelijk niet maatschappelijk geaccepteerd of zit dat alleen in mijn hoofd?
Abonneren op:
Posts (Atom)