Gisteren zei een vriendin iets tegen me dat me heeft geraakt. Het beeld dat ze beschreef was ongeveer hetvolgende:
Ik maak onderdeel uit van een aaneenschakeling van mensen. Achter me staan mijn grootouders en de mensen die me dierbaar waren maar die niet meer onder ons zijn. Vóór mij staan mijn kinderen en de mensen die nu een rol spelen in mijn leven.
Vandaag las ik, vast niet toevallig, in een boek over Boeddhisme (p.13) de volgende uitspraak:
individual existences were thought of like pearls on a necklace - each one separate but strung together in an endless series.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten